Vervolgens is het hem gelukt die eenzame pixels in pixels te vangen. Een hele prestatie.
In Noord-Korea wordt iedere buitenlandse fotograaf voorzien van een ‘escorte’. Wie, wat, waar je fotografeert, alles staat onder strakke controle. Hopeloos, zo lijkt het. Maar ook weer niet. Het dwingt de kunstenaar tot, zoals ze in China zeggen:
‘Dansen in ketenen’.
En dat is Hartmann gelukt. Hij doet het schier onmogelijke. Hij maakt platen die zowel een 10 krijgen van de officiële censuur ter plekke, als van de vrije mens die meent dat hij geen pixel is, maar van vlees en bloed.
Daarbij wordt van die vrije kijker wel gevraagd goed te kijken.
Neem de plaat die fungeert als uithangbord van Hartmanns huidige expositie. Te zien is een dodelijk saai plein bij nacht. Maar wel hel verlicht. De hemel mag dan donker zijn, op de grond ontsnapt door de felle lampen niets aan de aandacht. Daardoor zie je ook wat anders niet zou opvallen: een propje op het verder steriele plaveisel. Oei, foutje.
Centraal op de plaat een klaarstaande bus. Het kunstlicht verraadt de vermoeide aftandsheid van dat vehikel, al is-ie nog zo vers opgeschilderd.
Schuin naast de bus staat een man. Door het perspectief dringt een analogie zich op met de beroemde foto van de man die zich opstelt voor de tanks op het Tiananmenplein, in China.
Die analogie houdt geen stand. Uit de lichaamstaal van de man spreekt geen enkele opstandigheid. Waarschijnlijk is het de chauffeur van de bus, die lijdzaam staat te wachten tot hij weer moet rijden. Wel vermoed je dat hij, in zijn overhemd, handen in de zakken, aan iets anders denkt dan aan de twee Grote Leiders, hoog boven hem. De enorme beeltenissen van Kim Il-sung en Kim Jong-il zijn daar spetterend verlicht. (Met hun plastic uitstraling en dito glimlach zou de tronie van Trump er zo naast kunnen).
De bus dient waarschijnlijk voor het vervoer van soldaten, waarvan er twee rijen staan opgesteld. Eén ervan ‘in rust’, een andere strak langs een muur. Op exact dezelfde afstand van elkaar, met hun gezicht richting De Grote Leiders.
De muur doet denken aan het muurtje waarachter laatst een van hun collega’s lag, een man die het ondenkbare had gedaan: uit de band springen. En hoe! Dramatischer kon het niet. De soldaat vluchtte naar Zuid-Korea op klaarlichte dag, sprintend in een spervuur van kogels. Vijf ervan troffen doel. Daarmee kwam er nog iets verbluffends aan het licht. Bij het dichtnaaien van de geperforeerde ingewanden bleek er nog veel meer te zijn ontsnapt: darmparasieten, wormen, waarvan sommige decimeters lang. Gaf dit een inzicht in de gezondheidstoestand van de gewone Noord-Koreaanse soldaat? Die indruk was sterk.
Niet dat je iedere geportretteerde in de expositie nu met dat idee gaat bekijken, maar toch.
Nog een plaat met onbedoelde inhoud: een jonge vrouw in een splinternieuw uniform. De knuistjes die uit de mouwen steken wijzen op het gebrek aan ontspanning dat typerend lijkt voor de hele Noord-Koreaanse maatschappij. Maar rond een duim zit een detail gewonden waar een spoor van menselijkheid in schuilt: een elastiekje voor het haar. De censors was die onvolkomenheid waarschijnlijk ontgaan. Op zijn minst voldoende voor een stevige reprimande, zou je denken. Door de nieuwheid en kleur van het kostuum ontging ze kennelijk ook dat de riem om haar middel oeroud oogt. Haar gezicht biedt daarentegen een sprankje van hoop, passend bij het elastiekje. Al is het glimlachje minimaal, het lijkt echt. Verder biedt niet één gezicht in de hele tentoonstelling ook maar iets dat op het begin van blijheid wijst. Ook niet in het bewegend beeld dat Hartmann heeft gemaakt. Met een virtual realitybril kan je bijvoorbeeld meereizen in de metro. Daarbij komen en passant ook Hartmanns ‘bewaaksters’ in beeld. Hun aanwezigheid zal niet hebben bijgedragen aan een ontspannen sfeer, en niet dat het in de Amsterdamse metro dan wel zo jolig is, maar het beeld is verre van vrolijk. Je denkt: ‘Wat denken ze? Denken ze alleen nog volgens de partijlijn, of hebben ze ‘als pixels zijnde’ het denken gewoon opgegeven? Te lang levend in Nineteen Eighty-Four in het echt?
Maar de gevluchte soldaat is op zijn minst een teken dat er nog wel degelijk wordt gedacht, gedroomd, gedurft.
Intussen, Eddo Hartmann, Chapeau!
*
Setting the Stage: Pyongyang, North Korea, Part 2
Tot 4 maart 2018
in
Huis Marseille
Museum voor Fotografie
Keizersgracht 401 / Amsterdam
*
Adembenemende video van de vluchtende soldaat d.d.13-11-2017
per auto, te voet en zijn nachtelijke redding.
Eerder op Cacciucco.nl in dit verband:
Filmbespreking van The Net.