Net als wij. Maar er is wel een opvallend verschil in de manier waarop deze blamages worden verwerkt.
Neem de reacties van een aantal lezers van de krant La Repubblica. Zeker, die lezers zijn wellicht relatief hoog ontwikkeld en daarmee geen dwarsdoorsnede van het land, maar toch.
In Nederland beperkt het commentaar op de (wan)prestaties van de nationale voetbalploeg zich doorgaans tot het spelletje zelf. Men maakt zich druk om de coach, de opstelling, de tactiek, enzovoort. Een enkele keer maar betrekken wij in de kritiek ook opmerkingen in de trant van wat een Italiaanse lezer laat weten:
‘Voetbal? Verwende miljonairs die in hun onderbroek achter een bal aanlopen, (maar) meer geïnteresseerd zijn in het verkopen van aftershave en scheermesjes dan om echt te voetballen’.
Al is die sneer richting de kleding dan toch wel meer Italiaans, net als de sarcastische vaststelling:
‘Waar het om gaat is goed gekapt en goed getatoeëerd voor de dag te komen’.
Wat de Italiaanse reacties echter zo bijzonder maakt is dat veel lezers het reilen en zeilen van hun ‘azzurri’ gelijkstellen met het land zelf. Wat dat betreft mogen de Italianen dan wel het WK Voetbal niet halen, op een WK ‘Hand In Eigen Boezem Steken’ zouden ze het ver brengen.
Als buitenlander word je overigens niet geacht ook jouw hand in die boezem te steken, zo leerde ik een keer. Bij een diner zette een van de Italianen een pittige karakterschets van zijn landgenoten op tafel. ‘En wat vindt u daarvan?’, vroeg een ander. Alle gezichten wendden zich naar mij, de buitenlander, waarvan kennelijk een beleefde ‘versuikering’ van die scherpe stelling werd verwacht.
Maar ik zei: ‘Beter dan jullie kan ik het niet zeggen’. Er volgde tumult.
Wijselijk laat ik dit keer een paar Italiaanse krantenlezers aan het woord en doe er zelf het zwijgen toe.
Eén van hen trok al voor het begin van de beslissende wedstrijd tegen Zweden de conclusie dat ze het niet verdienden, alleen al door het massaal uitfluiten van het Zweedse volkslied.
Een ander vindt voetbal:
‘een metafoor van dit land: weinig discipline, veel geïmproviseer, onvoldoende tactische strategie’.
Hij denkt dat je het niet redt met:
‘Het erg Italiaanse idee om dingen op het oog te doen, zonder plan, zich overgevend aan het lot. Dat geldt voor de sport net als voor al het andere’.
Een ander typeert het nationale voetbal als:
‘Uitgeblust, oud, en zonder sterke nieuwe generatie… weerspiegelt de Italiaanse maatschappij..’.
Iemand neemt de gelegenheid te baat om zijn hart te luchten met een stelling waarin het voetbal niet eens voorkomt:
‘Dit is een land, gebaseerd op de nationale schuld, op diefstal ten koste van de gemeenschap en op sluwheid’.
Gelukkig ziet één optimist rond de donkere wolk van de uitschakeling toch een zilveren rand:
‘Gelukkig 2018 gewenst. We krijgen een WK zonder collectieve hysterie!!!’
*
Hoezo, Azzurri?
De Italiaanse nationale voetbalploeg trapte af in het wit, in 1910. Bij gebrek aan een keuze. In 1911 werd gekozen voor azuurblauw, azzurro. Dit te onderscheiden van het gewone blauw, blu, van de Fransen. De keus voor azuurblauw was ter ere van het destijds regerende Huis van Savoye, waar men zich op hun beurt had laten inspireren door de kleur van de mantel van de Heilige Maagd Maria.
*
TERZIJDE
Niet heilig
Hij is dood, Totò Riina (87), de gevreesde mafiaboss uit Corleone. Na vele jaren in de gevangenis zou hij zichzelf in 2014 nog met trots hebben gekarakteriseerd als ‘kwaadaardig’ en ‘angstaanjagend’.
Het niveau van de Italianen op het gebied van de Engelse taal is nog altijd dramatisch.
Volgens een recent onderzoek zou het niveau van Nederlanders wat dat betreft het hoogste zijn van Europa. Voor mijn gevoel ligt dat peil in landen als Denemarken en Zweden veel hoger.
Wel kunnen we ons verstaanbaar maken, zoals de landgenoten die ik buitenlandse toeristen hoorde uitleggen dat hun bestemming niet ver weg was:
‘It’s only a little end’.