In 2011 was hij al eens ‘reserve-winnaar’ van de Giro en dit keer maakte hij zich op om de Ronde van Italië 2017 te rijden. Als ‘reserve-kopman’. Helaas, het mocht niet zo zijn. Tijdens een trainingsritje werd hij vlakbij zijn huis geschept door een werkbusje.
Leuke man, Michele, te zien aan de inmiddels fameuze trainingsritjes met Frankie, zijn papegaai. Van onbesproken dopinggedrag was Michele niet, maar daarin fietste hij niet alleen. Toch moet het wonderlijk hebben aangevoeld toen hij de Giro-victorie ’tweedehands’ kreeg thuisbezorgd, nadat de winnaar zijn eerste prijs moest inleveren. Wegens doping. Soms lijkt het wel alsof er maar twee soorten professionele wielrenners zijn: de betrapten en de (nog) niet-betrapten.
Verongelukten zijn er maar weinig. Dat komt vooral omdat beroepsrenners doorgaans worden getrakteerd op routes zonder tegenliggers. Op de fatale dag trainde Michele privé, met alle gevaren van dien.
Attenzione!
De reacties van Italianen op internet waren verontwaardigd, maar wel met tweerichtingsverkeer. Je had ze van:
‘Die busjes rijden ook altijd als gekken en letten nergens op!’ (Zit iets in)
maar ook:
‘Die fietsers denken allemaal dat ze de Giro aan het rijden zijn!’ (Zit iets in)
Zeker is dat er in 2015 op de Italiaanse wegen 251 fietsers om het leven kwamen en er ruim zestienduizend gewonden vielen. Ter vergelijking: in Nederland verongelukten in dat jaar 185 fietsers en raakten er zo’n twintigduizend gewond.
Maar echt vergelijken is moeilijk. Zo moet je het aantal slachtoffers kunnen afzetten tegen het aantal gereden kilometers. In een fietsland als Nederland kunnen we dat. Hoe ze het weten, geen idee, maar voor ons land komt men op een totaal van 15 miljard kilometer die we jaarlijks wegtrappen. Inzake Italië is dat gegeven er niet, althans ik heb het niet kunnen vinden.
Wel is er de vaststelling dat op een gemiddelde dag 6% van de Italianen de fiets pakt, tegenover 36% in Nederland. En dat op een voorraad Italianen van zo’n 60 miljoen, tegenover circa 17 miljoen Nederlanders.
Opvallend bij de reacties op het ongeluk van Scarponi is dat veel mensen als sterkste emotie lijken te hebben: ‘Dat had ik ook kunnen zijn’, meer nog dan medelijden met het slachtoffer dat er daadwerkelijk is. Zonder het precies te weten lijkt echter de conclusie gerechtvaardigd dat voor fietsers de kans ‘dat je het zelf bent’ in Nederland opvallend klein is en in Italië beduidend groter.
Zeker weten doen we het dus niet. Die onduidelijkheid is mogelijk nog groter wat het aantal gewonden betreft. Registraties van fatale ongelukken is vrijwel overal accuraat, maar hoe zit het met de gewonden?
De vraag is alleen al in hoeverre gewonden überhaupt worden geregistreerd. Veel lichtgewonden die zich redden met doe-het-zelfmedicatie ontsnappen aan de statistieken. En wanneer is iemand ‘officieel’ zwaargewond?
Daarvoor bestaan diverse systemen. Zo zijn er criteria die worden gehanteerd bij de zogeheten triage in het ziekenhuis, om de urgentie van de diverse gevallen vast te stellen. Daarnaast zijn er ook andere methodes, zoals de internationaal geldende AIS (Abbreviated Injury Scale), oorspronkelijk ontwikkeld voor (auto)ongelukken en inmiddels breder toegepast.
Maar of en hoe alles in diverse landen in de statistieken belandt, is een andere vraag.
Eén ding is geen vraag:
†
Michele Scarponi
R.I.P.
Inzake de Giro, zie:
DE ‘GIRO’ IN AREZZO
Blog Nr.80 Giro d’Italia
TERZIJDE
100 dagen Trump
Het is bewezen:
Een ongeleid projectiel kan leiden tot geleide projectielen.