Deze meest recente aflevering van de internationale referendasoap was namelijk een nog onmogelijker gedrocht dan normaal. Het onderwerp ‘De Vraagstelling’ is toch al een van de zwakke punten van het verschijnsel ‘referendum’, maar in dit geval had premier Renzi daarvan een wel heel bijzondere taart gebakken: een
chocoladeslagroompindakaasarsenicumtaart.
En wel met de opdracht dit baksel in één keer door te slikken, of in zijn geheel te laten staan. Het referendum bestond namelijk uit een pakket vragen die niet afzonderlijk mochten worden beantwoord.
Het resultaat leek op het volgende:
Hoe tegenstrijdig wil je het hebben?
Daardoor was op voorhand iedere uitslag krom, maar een ‘Ja’ onacceptabel. Het giftige gedeelte bestond vooral in het voorstel dat de partij die de verkiezingen wint, ook zonder absolute meerderheid, automatisch een meerderheid in het parlement verkrijgt. Dat zou de weg vrij maken voor ongehinderd regeren alla Mussolini. Een droom voor wie genoeg heeft van het drijfzand van de Italiaanse politiek, een nachtmerrie als die macht in verkeerde handen komt. Een keuze dus tussen twee rampen.
In elk geval is het antwoord op één vraag ‘Ja’: moeten ze in Italië nog lang op de kleintjes letten?
In Nederland doen we dat niet meer.
Deze week leegde ik mijn ‘Italiaanse’ portemonnee naast de kassa van de Blokker. Een stel muntjes van één eurocent buitelden daarbij over de Blokkerbalie. De kassadame keek ernaar alsof ik haar dwong om zoals dat in Italië heet ‘een pad door te slikken’.
Daarna wendde ze dezelfde blik naar mij en vroeg: ‘Als ik ú dat zou aanbieden, zou u dat dan accepteren?’
‘Ik wel’, zei ik.
De kassière leek nu te denken dat ik afkomstig was van een andere planeet. Misschien is dat ook wel zo.
Misschien moet ik op herinburgeringscursus.
N.B.
Voor wie wél op de kleintjes let: pinnen is in Nederland vaak voordeliger. Aangezien veel producten zijn geprijsd op X euro,99 en muntjes van één eurocent uit de gratie zijn, betaal je contant afgerond meestal één eurocent extra.