Zonder haast. Dan is de trein een zegen. Als-ie niet al te smerig is.
De spitsreiziger, daarentegen, staat als haring in een ton te piekeren over hoe het te organiseren valt dat je als staande passagier korting kan krijgen. Begrijpelijk.
Als daluurmens zit ik er zelf fluitend bij. Dat kan onbezorgd, omdat ze zò fluisterstil hebben aangegeven in welke coupé’s je stil moet zijn, dat je pas vlak voor het uitstappen doorhebt dat je in zo’n ruimte hebt gezeten die bedoeld is als decibeloase.
Elders in de trein zijn de deurtjes zo ontworpen dat je er met een normaal figuur al nauwelijks door kan, laat staan met overgewicht en andere bagage. En de Sprinters waren, zoals bekend, van begin af aan bedacht als treinen zonder WC. Daardoor ga je zelfs als daluurmens aan het piekeren slaan. Hoe ziet de NS ons eigenlijk, ons reizigers?
Onlangs vond ik het antwoord in de decoratie waarmee de NS het interieur van de trein had verrijkt. Veel duidelijker kon het niet.
De NS-mens
P.S.
In Nederland hebben we iets unieks. Geen ander land heeft het:
Een hogesnelheidslijn zonder hogesnelheidstrein.
Daarom mogen er nu gewone treinen op.
In korte broek naar een galafeest. Zoiets.
(Zie ook: ©log.51 Fyrafurie)