Ze hadden gerapporteerd over hun bezorgdheid bij de Sinterklaasintocht, inzake de aanwezigheid van ‘mensen met een negroïde uiterlijk’. En daarmee bedoelden ze niet de Pieten.
Nu is op deze site al voldoende aandacht aan Sint & Piet besteed. Nee, het gaat me om dat woord: ‘negroïde’. Dat voelt onaangenaam.
Een incident in de Amsterdamse tram: een man stapt in waar het niet mag. Uit de luidspreker klinkt direct: ‘Wil de man die daar net instapte hier komen?’ Geen reactie.
Direct daarop: ‘Wil de negroïde man die daar net instapte hier komen?’
Dit keer blijft een reactie niet uit. Sterker, een golf van verontwaardiging stroomt door de hele tram. Ook door mij. ‘Wat gaan we nu krijgen?!’, is de teneur. ‘We gaan de mensen toch niet identificeren aan de hand van hun ras?’
Toch vraag je je naderhand af: ‘Wat nu als er gezegd zou worden “Wil die blanke meneer…”, wat zou dan de reactie zijn? Zou er dan wel een reactie komen?’
Ooit was ‘negroïde’ een ‘officiële’ term, net zoals ‘Kaukasisch’. Maar Kaukasisch heeft het nooit verder geschopt dan de schrijftaal. In de tram gaan we dat nooit horen: ‘Wil die Kaukasische meneer…’
In de spreektaal won ‘blank’ het. Terwijl ‘negroïde’ taai stand houdt. Zomaar een citaat van het internet, binnen een seconde: “blaaskanker komt meer voor bij blanke mensen dan bij negroïde mensen”.
Maar ‘blank’ heeft als term iets literairs, terwijl ‘negroïde’ eerder doet denken aan het determineren van een diersoort. Bovendien omvat ‘blank’ alle mensen met een bepaalde huidskleur, terwijl ‘negroïde’ verwijst naar specifieke kenmerken binnen de donkergetinten. Kortom, woorden…
Tja, wat moeten we die conducteur suggeren als alternatief? Wanneer een passagier zonder oranje puntmuts zijn tram betreedt waar dat niet mag.
‘Wil de originele meneer, die…’
‘Wil de meneer die per ongeluk…’
‘Wil de zwartrijder, die…’