Dat veel mensen Brusselbeu zijn is niet echt een wonder. De Europese Unie lijkt daarmee wat op Israël. Voor je goed fatsoen heb je het idee dat je er voor moet zijn, maar ze maken je het daarbij niet makkelijk. Sterker, ze doen van alles om genoeg van ze te krijgen. Langzamerhand is het bijna alsof je alleen nog voor ze bent uit afgrijzen bij de aanblik van een deel van de tegenstanders. Zo van: ‘Dáár wil ik in geen geval bij horen’.
Als argument is zoiets ronduit onzindelijk, minstens zo fout als nogal wat van die Brusselbeue types. Zoals bekend geeft een kapot horloge (al naar gelang het type) één à twee per dag exact de juiste tijd aan. Dat feit willen ontkennen omdat er met het ding iets mis is, is niet in de haak.
En wat is er eventueel mis met Brussel? Het belangrijkste op een rij:
– De Verspilling
Symbool Nr.1 van Brusselse waanzin is het fortuinenverslindende circus waarbij het Europees Parlement heen en weer wordt gesleept van de thuisbasis Brussel naar Straatsburg. Een gedachte die werkt als braakmiddel. Het wint het nog van de parlementsleden die, na het tekening van de presentielijst voor hun dagvergoeding, naar de golfbaan vertrekt. Bij wijze van spreken, of echt.
– De Euro
Veel Brusselbeue mensen hebben de neiging de euro van veel, zo niet alles de schuld te geven.
– De Regelorgie
Ooit was Symbool Nr.1 in deze afdeling de eis van rechte komkommers. Zo krachtig werkte die regel dat veel mensen niet eens wisten dat de natuur ook kromkommers in de aanbieding heeft.
In wezen hetzelfde.
Na het verlenen van gratie aan de meer grillige, is de Nr.1-positie overgegaan op het voorschrijven van eisen inzake olijfolieflessen in restaurants.
– Het Meten met Twee Maten
In Brussel lijkt er een hiërarchie te bestaan:
1) Grote landen die eerder al bij de EEG hoorden
2) Kleine landen die ook bij de EEG hoorden
3) De rest
In die volgorde lijken landen al dan niet weg te kunnen komen met van alles.
– De invloed van het professionele ‘lobbywezen’
Brussel is vergeven van mensen die fulltime ‘buitenparlementair’ bezig zijn om de Brusselse besluitvorming te beïnvloeden, vaak in dienst van grote commerciële belangen.
*
Wat blijft er, op de keper beschouwd, naar mijn mening van dit lijstje over?
X – Verspilling
Zeker, de verspilling moet worden aangepakt. Maar economisch gezien gaat het uiteindelijk voor elk land om de vraag of het per saldo beter af is met of zonder Brussel.
Zeker wat Nederland betreft wil het er bij mij niet in dat wij zonder Brussel beter af zouden zijn, zelfs niet inclusief de verspilling van vandaag. Voor een solocarrière zijn we gewoon een te klein land dat voor een groot deel van de handel leeft, een sector die bij de Europese Unie groot belang heeft.
X – De Euro
Nooit zal ik dat bordje vergeten in Italië, een land waar ik vaak ben. Op dat bordje stond bij de introductie van de euro aangegeven hoeveel een wasbeurt voor de auto kostte in oude lires en hoeveel dat zou worden in splinternieuwe euro’s. Ter viering van deze overgang betekende die omrekening een instantprijsstijging van 10%. Ze waren niet de enigen die zoiets deden, maar dat lijkt iedereen inmiddels vergeten.
In Italië is het tegenwoordig vrij algemeen ‘de euro’ als zondebok te zien. Daarbij kijken de mensen alleen in hun eigen portemonnee. Lange tijd, daarentegen, heeft de Italiaanse staat van de euro enorm veel voordeel gehad. Daardoor werd over de fenomenale staatsschuld relatief weinig rente betaald.
Inmiddels komt echter de fundamentele zwakte van de euro steeds sterker op de voorgrond. Het in één keurslijf dwingen van verschillend presterende economieën is hetzelfde als met een trein door de bocht willen waarvan de wagons aan elkaar zijn gelast.
Als ieder land zijn eigen munt heeft, kan de zwakte of kracht van een land zich vertalen in een op- of afwaardering van die munt, wat een heilzaam corrigerend effect heeft. Kortom, de euro was waarschijnlijk alles bij elkaar genomen geen goed idee. (Toevallig? Het knaagt in elk geval wel: met de landen die buiten de euro bleven zoals Engeland, Denemarken en Zweden gaat het relatief veel beter).
Hoe dan ook zou het weer afschaffen van de euro uiterst kostbaar worden. Het is waar, een harde beslissing die nodig is kan je beter meteen nemen. Maar zolang niet overtuigend duidelijk is dat de uitkomst (ook voor de zwakke landen) per saldo positief zal zijn, kunnen we er beter nog mee te wachten.
X – Regels
Regels heb je in twee soorten: zinnige en onzinnige. Regels in verband met de vorm van komkommers zijn onzinnig. Regels in verband met de olijfolie zoals die in restaurants in tafel staat zijn zinnig. Ze beschermen de consument op een terrein waar zwendel welig tiert. In de praktijk vinden de zwendelaars er waarschijnlijk toch iets op, maar dat is iets anders.
Dat Brussel regels opstelt is prima als die regels prima zijn, vooral als de lidstaten het zelf niet doen.
(Zo zou wat flessen betreft een andere welkome regel uit Brussel het maximale gewicht van wijnflessen zijn. Veel wijnproducenten gebruiken ten koste van het milieu extra zware flessen, om indruk te maken, net zoals suvverds dat proberen via hun terreinwagen of hun hond).
Een zinnige fles
Ook deze gaat nog…
Kortom, van zinnige regels uit Brussel kunnen er best meer bij.
X – Twee Maten
Hiërarchie zal er altijd zijn, met of zonder Brussel. Maar mét Brussel wordt die mogelijk iets afgezwakt. Zonder Brussel zeker niet.
X – Lobby’s
Een reëel anti-democratisch probleem.
Conclusie
Brussel is verre van perfect, maar we kunnen dat bureaucratische monster voorlopig beter niet bij het grof vuil zetten. Trouwens, ook van het argument ‘dat we het zelf beter weten’ blijft weinig over als volgens de peilingen in ons land een partij de grootste zou worden die onder de fatsoensgrens opereert.
Zeker is dat, behalve in naam, van een Europese ‘Unie’ in werkelijkheid geen sprake is. Alleen al de cultuurkloven zijn daarvoor te diep. En Europeanen bestaan niet uit mensen die naar een ander continent trokken om daar aan een nieuwe toekomst te bouwen. Wij waren hier al en zijn er nog steeds, compleet met onze muren, tegenwoordig van hard glas. Dat betekent niet dat we het samenwerken moeten opgeven, zelfs niet als dat deels ten koste gaat van onze zelfstandigheid.
Al velen eeuwen geleden verklaarde de Griekse generaal Thucydides dat er nooit meer oorlog zou komen als mensen alle variabelen konden overzien. Een samenwerking is als een gebouw. Je kan er niet zomaar de elementen uittrekken die je niet bevallen. Zodra je daaraan begint kunnen de variabelen van die ouwe generaal je lelijk de das omdoen.