Even voorstellen:
Merum is Latijn voor ‘pure wijn’. Puur in de zin van ‘onversneden’. Al sinds de oudheid wordt wijn vaak aangelengd met van alles en nog wat. Honing, water, hars, alles wat maar van pas kan komen om het eindproduct te ‘verbeteren’.
Bij Merum zijn ze wars van Hars & Co. Ze willen er alleen klare wijn. Dus ook slokjes met teveel houtsmaak gaan bij Merum direct met een krachtige straal richting de kwispedoor. Bij de beoordeling komt dan de gestileerde snuit van een bever te staan. En ook als de Merumneuzen het sap detecteren van druivensoorten die in een bepaalde wijn niet thuishoren, dan gaan de duimen direct omlaag.
Misschien is die strengheid in het zoeken naar het zuivere wel nationaal bepaald: Merum is Zwitsers. (Al is de redactionele keuken gevestigd in Toscane).
Neus Nr.1 bij Merum is die van hoofdredacteur Andreas März. In Cacciucco, het boek, noem ik hem een soort Don Quichot in Italië. Maar na ontvangst van deze foto
Andreas März
schakel ik over naar Buffalo Bill.
Waarom Don Q. en Buffalo B.? Niet omdat März de strijd aanbindt met windmolens of zich onledig houdt met ruwharige runderen. Nee, deels om het uiterlijk, maar vooral omdat zowel Bill als de man van La Mancha voor de dooie dood niet bang waren. Met hun hart op de goede plaats.
Merum strijdt met open vizier voor de goede zaak. Daarmee maakt het vrienden, maar ook vijanden. Niet alleen in wijnenland, maar gaandeweg ook steeds meer in de troebele wereld van de olijfolie. En het troebele helder willen krijgen is een streven dat botst met grote commerciële belangen.
Het duurt in Italië een tijdje voor je doorkrijgt dat jezelf voorstellen als ‘journalist’ vaak betekent dat daarmee al bij voorbaat je lei niet schoon meer is. In de ogen van de ander. Veel Italianen zien een journalist als iemand waarvoor je uit moet kijken en/of die je kopen kan.
Merum is, in mijn ogen, zelf puur. Zeker weten doe ik het niet, maar dat is mijn stellige indruk. Terwijl ik voor nogal wat andere wijntijdschriften zelfs geen pinknagel in het vuur zou steken.
Als je Merum leest kan je iets gebeuren dat je bij zo’n gespecialiseerd tijdschrift niet zou verwachten: het kan je ontroeren. Vooral vanwege de passie waarmee het wordt gemaakt en het ongelofelijk harde werken dat ermee gepaard moet gaan. Zeker, die passie kan ook betekenen dat März zich af en toe eens goed laat gaan en Italië de wind van voren geeft. Maar in die haat-liefdemix is de liefde nog ruim genoeg voorhanden. Anders had hij zijn Toscaanse sigaar al lang aan Maarten gegeven.
Voortdurend geeft hij aan dat de meningen en de wijnoordelen in zijn blad volledig subjectief zijn. Prima. Je hoeft het niet altijd met hem eens te zijn. Zo ben ik zelf iets minder puur dan hij. Ik zat ooit naast een Duitser, die zei: ‘Ik heb heel veel geld verdiend, maar ik kan maar één broek tegelijk aan’. Daar denk ik vaak aan bij het openen van een fles wijn. Want bij die ene blijft het. Als dan de producent van die wijn een ietsiepietsie flexibel met de regels is omgegaan, zodat die wijn daardoor beter is, dan ben ik daar stiekem niet ontevreden mee. Héél stiekem, want laat Don Bill het niet horen…