Een ‘boerkaverbod’, het idee alleen al. We gaan toch geen religieus geïnspireerde kleding verbieden?
Wel horen in een samenleving een paar basisregels te gelden, zoals dat je niet geheel onbedekt over straat gaat. En ook niet geheel bedekt. In het openbare leven hoef je je niet met iedereen te bemoeien, maar je moet wel elkaars gezicht kunnen zien. Een donkere zonnebril is al op het randje.
Nog nét.
Het is niet voor niets dat je in sommige buurten van Napels je leven niet zeker bent als je er rondrijdt met een integraalhelm op. Men wil kunnen zien wie en hoe je bent. Als je die kans niet biedt, dan kan het gebeuren dat een kogel de vraag vooruit gaat wat je plannen zijn.
Op Sardinië en Sicilië kan de vreemdeling onweigerbaar iets te drinken krijgen aangeboden. Meer dan in gastvrijheid wortelt dat, zeker in oorsprong, in de wens de onbekende bezoeker te kunnen observeren. Voor de zekerheid, de veiligheid.
Er zijn ook islamitische landen waar gezichtsbedekking verboden is. Waar je op kon wachten is daar namelijk al gebeurd: aanslagen gepleegd door mannen in boerka. Niet, trouwens, dat vrouwen dat niet zouden kunnen doen.
Uit de middeleeuwen stamt de uitdrukking ‘met open vizier’. Precies zo horen wij in het openbare verkeer van vandaag met elkaar om te gaan. Daardoor geef je de ander de kans jouw gezicht te ‘lezen’. Met gesloten vizier kan je je intenties beter verbergen en voel je je daardoor ook zekerder. Maar die geslotenheid geeft de ander juist al bij voorbaat de indruk dat je iets te verbergen hebt.
Burgemeester Halsema van Amsterdam vindt ‘een boerkaverbod zó niet bij onze stad passen’. Daar heeft ze gelijk in, zoals hierboven al is betoogd in het algemeen. Maar wat zó helemáál niet bij Amsterdam (en Nederland) past is complete gezichtsbedekking.
Kortom, wat moet worden toegestaan is juist het omgekeerde van de praktijk: binnenshuis ben je vrij om rond te lopen met je integraalhelm op, je bivakmuts, of in je boerka. Buiten niet.
Trouwens, een ‘boerkaverbod’ doet denken aan het verhaal van de man die heel gek deed ‘om de tijgers te verjagen’. En die op de vaststelling ‘Maar er zijn hier toch geen tijgers? reageerde met ‘Zie je wel dat het werkt?’
In Nederland heb ik nog nooit een boerka gezien. Wel de nikab. Bij die laatste zijn de ogen zichtbaar en in die zin beter dan een zonnebril, maar toch.
TERZIJDE
Wat mij betreft mogen zelfs politieagenten bij hun uniform een hoofddoek, tulband of een keppeltje dragen.
Verschillend zijn en werken voor dezelfde zaak kan heel goed samengaan en is bijna altijd al de praktijk. Die verschillen ook kunnen tonen zou mogelijk moeten zijn, zolang het uniform(e) maar domineert.
(Goed voorbeeld: de ‘bedrijfshoofddoek’ bij Dirk van den Broek).
Niet alleen het oog wil kunnen detecteren. Er is wel geopperd dat er zoiets bestaat als het ‘sick building syndrome‘, mensen die ziek worden van gebouwen. Dat zou deels verband houden met geuren in gebouwen waardoor het alarmsysteem bij uitstek, je neus, de kans wordt ontnomen alarmerende geuren op te vangen. Met als resultaat juist een soort non-stopstress.
(Zelf krijg ik dat van lucht’verfrissers’, beter gezegd: ‘kunststank’).