De Frolicdrol

Amsterdam, 1987

Hij schudde het hoofd. Aan het tafeltje naast me. Het was een jaar geleden. We zaten op het terras van Café ’t Hooischip en ‘het’ verrees voor ons. ‘Hij’ was een befaamd componist en had het Muziektheater altijd al gewild, maar niet zo.
We raakten in gesprek. “Ik schrijf namelijk zelf opera,” sprak hij na een tijdje.
“O ja?,” zei ik, want het is altijd leuk bekende mensen niet te laten weten dat je weet wie ze zijn. Maar ik moest hem toegeven dat het enige zonnige aan ons uitzicht de lieftallige verschijning was die bij ’t Hooischip hoort.

De musicus was somber gestemd. Hij piekerde over zijn toekomstige houding ten opzichte van het theater en bezinde zich over een speciale manifestatie bij de opening.
Voor beide gevallen had ik raad. Voor het eerste adviseerde ik de aanschaf van een blindenstokje en een ondoorzichtige bril die de componist kan afzetten zodra hij binnen is. Op die manier zou hij zich telkens een depressie bij het naderen van zijn werkomgeving kunnen besparen, terwijl bovendien in de tram op weg erheen velen hem hun zitplaats zouden aanbieden.
Wat de opening betreft stelde ik een zevenvoudige rondgang om het complex voor, in gezelschap van een compagnie hoornblazers. Voor wie ‘het’ in aanbouw heeft gezien zal duidelijk zijn dat deze navolging van Jozua zuiver symbolisch zou zijn, omdat in vergelijking het omblazen van de muren van Jericho een zacht eitje was.

te licht.M
Dit gaat niet werken…


Inmiddels is het Muziektheater dus bijna klaar. Maar wennen doet het niet. Iedere keer als ik over één van de Amstelbruggen rijdend naar het centrum kijk, ben ik weer ten prooi aan een acute maagperforatie. Wel is die hele periode nodig geweest om me te realiseren waar de kleur van die bakstenen me toch aan deed denken. Maar ja, het is ook al weer zo lang geleden dat we honden hadden.

In elk geval is het hierdoor nu voor iedereen mogelijk geworden zelf thuis de maquette na te bouwen. Daarvoor is deze tijd van het jaar zelfs ideaal. Mocht u die behoefte voelen, dan moet u het volgende doen:
Als u zelf geen hond heeft, vraagt u uw buren de bouvier deze zomer niet aan een boom te binden, maar Bonzo aan u toe te vertrouwen. Vervolgens koopt u een pak borrelnootjes voor honden, genaamd Frolic, en onderwerpt het beest aan een rigoreus dieet. Ondertussen bestelt u bij uw neef die net op kamers is gegaan een muizestaart.
Bent u inmiddels tevreden over de kleur van Bonzo’s bolussen, dan neemt u er een mee naar huis. Hiervoor zal ook de gemeenschap u dankbaar zijn.
Wanneer iedereen slaapt pikt u de ovale en rechthoekige zandvormpjes van de kleine Jan en in een wip heeft u het bovenste gedeelte gereed, dat u samen met de staart wegzet in het vriesvak van de koelkast.

Als de grote dag daar is haalt u een glorieuze, hardbevroren roomijstaart. Plechtig plaatst u daarop de halve ovaal en daarachter de toneeltoren, de rechthoek. Bij wijze van apotheose priemt u in het midden van dit geheel de staart. Dit laatste is het topje van de Zuiderkerk dat nog net, wanhopig, boven het complex uitsteekt. (Pikant detail: in deze kerk ligt Hendrick de Keyser begraven. De beroemde bouwmeester bevindt er zich toevallig in dezelfde positie bevindt als toen, aangezien hij zich inmiddels een even aantal malen heeft omgedraaid).

Uw werk is af! En u zult staan te glimmen wanneer uw vrienden straks zeggen: ‘Wat goed getroffen!’
Mocht u ook het ‘St’ van de stopera erbij willen – zouden ze bij de ingang van het theater bordjes hebben met ‘Sst. … opera‘? – dan kunt u met drie grijze schoenendozen volstaan. Deze aanbouw zou ik u echter willen ontraden. Het ‘St’ is niet alleen het ‘minst mooie’ van het complex, maar bovendien zult u dan Bonzo nog een keer mee uit moeten nemen om te kunnen plamuren.

Toegegeven, wat je bij het maken van de maquette wèl nodig hebt is een sterke maag. Maar datzelfde geldt tegenwoordig voor het fietsen over de Magere Brug.

Improved.M
Amstelzicht 2014. (Improved reality)

‘Hij’ = Componist Peter Schat

*

©  Joost Overhoff