238. Big Brother (continued)

Lang, heel lang geleden, bevond ik mij in de woestijn van Xinjiang, in het noordwesten van China. Ik trof er een archeologisch team. Onder hen was een schilder-tekenaar die ook de lokale bevolking portretteerde. Waarom? Ik dacht louter als cultureel project.

Zeker was dat hij nog nooit een westerling had geportretteerd, iets dat hij graag eens zou doen. Hij vroeg me of ik daartoe een tijdje wilde poseren. Ik deed het en hij schonk me in ruil een schilderij van een Oeigoer. Sindsdien zwerven er door het verre Xinjiang mogelijk nog een aantal beeltenissen van mij in het rond en hangt er een Oeigoer bij mij aan de muur.

Oeigoer.M

Ik schreef destijds een artikel over mijn Oeigoerse ervaringen in het tijdschrift OnzeWereld. Tijden veranderen. Inmiddels heet het blad OneWorld Magazine, maar de wereld is nog steeds dezelfde.
Ook China is in zekere zin niet veranderd. De overheid is er altijd al goed geweest in het controleren van de burgers. Zo rapporteerden op het Taleninstituut en de universiteitscampus waar ik woonde alle portiers standaard aan de Staatsveiligheidsdient. Hetzelfde gold voor Chinese studenten die met buitenlanders een kamer deelden. Tijdens de Culturele Revolutie oefende een Chinese vriend zijn Engels thuis in een kast, uit angst voor verklikkende buren. Enzovoort.
Niets nieuws onder de zon dus, in principe. Maar wel in de praktijk. Moderne technologie biedt Big Brotherstaten ongekende mogelijkheden om de controle vrijwel absoluut te maken. In China zijn op dat gebied in het algemeen al grote stappen gezet, maar nergens gaat het zo ver als in Xinjiang.

In de tijd dat ik die verre uithoek van het land bezocht, was de situatie nog rustig. Zeker, ook toen was de politiek al gaande om de getalsverhouding tussen de lokale Oeigoerse bevolking en ‘echte’ Han-Chinezen geforceerd te beïnvloeden. Miljoenen Han-Chinezen verhuisden verplicht van oost naar west, met gelukzoekers in hun kielzog. Dat was op zich al een recept voor spanningen en daar kwamen religieuze oprispingen nog eens bij. Oeigoeren zijn islamieten en de Chinese overheid wantrouwt elke religie per definitie.
In de loop der jaren ontstonden er rellen en werden er enkele aanslagen gepleegd, waaronder een tweetal geruchtmakende buiten de regio. Daarop werd in Beijing besloten Xinjiang grondig te pacificeren. Lees: te onderdrukken.
Hoe ver dat gaat, oude en nieuwe methoden combinerend, werd onlangs gerapporteerd in het tijdschrift The Economist. Hierbij een greep inzake de maatregelen waaraan de Oeigoeren heden ten dage worden onderworpen.

– Honderdduizenden zijn opgesloten in ‘heropvoedingskampen’.
– Extreem veel politiebureau’s en politiesteunpunten.
– Extreem veel checkpoints. Daarbij onder meer: irisherkenning/-registratie, afgeven smartphone + wachtwoord, compleet uitlezen ervan.
– Huis-aan-huisonderzoeken door informatieteams.
– Massaal koppelen van Oeigoerse families aan officiële (doorgaans Han) mentoren/rapporteurs, die periodiek ook komen inwonen.
– Extreem veel camera’s, vele met kenteken- en gezichtsherkenning, dag en nacht.
– Monitoren van (afwijkend) electriciteitsverbruik.
– Controle van al het Wifi-verkeer op publieke plaatsen.
– Verplichte installatie spyware op alle telefoons.


De hamvraag: dooft Big Brother door deze verstikkingstactiek iedere onrust uit, of bouwt hij ermee een kunstmatige Vesuvius?

krabbel

Het reisverslag uit 1983:

TUSSEN DUNHUANG EN URUMQI